De eerste dagen in Nepal

21 augustus 2016 - Pepsicola, Nepal

Namaste

Dag 3 in Nepal!

Ik zal al meteen zeggen dat het goed gaat met mij! Ik voel me hier gewoon al helemaal thuis.

De enige dingen waar ik nog steeds een beetje aan moet wennen zijn:

-          De zware vervuiling (je ziet letterlijk de zwarte rook uit alle voertuigen komen)

-          Het drukke verkeer, het niet respecteren van verkeersregels en elke seconde de vraag wanneer er eens iemand overreden wordt of wanneer onze auto aangereden wordt… wonderbaarlijk genoeg komt iedereen er altijd goed tussenuit… hier wil je gewoon als Westerse chauffeur niet in rijden!

Mijn vliegreis verliep super goed. Dat was mijn grootste angst eigenlijk, omdat ik nog nooit alleen heb gevlogen en bang was dat ik zou verdwalen of mijn vliegtuig zou missen (deze week had ik een paniekaanval in de nacht, maar dat was gelukkig de enige)… maar alles wees zichzelf uit. Het ging allemaal vlotjes en zonder problemen. Op het eerste vliegtuig naar Istanbul legde ik al meteen sociale contacten met een Iraanse en Marokkaanse vrouw. We hadden geen woorden nodig om elkaar te begrijpen. Gebaren en mimiek was voldoende. De Marokkaanse vrouw bood me al meteen koekjes aan: een bloemetje en hartje. Yes, mijn reis was al goed gestart :)

Ik heb amper geslapen in die 16u dat ik onderweg was. Dat voelde ik de volgende dag wel toen ik in de vroege ochtend aankwam. De prachtige volle maan vergezelde me heel de nacht en ik heb de zonsopgang helemaal kunnen volgen, tot we in Nepal kwamen en ik de landschappen heb kunnen aanschouwen en de Himalaya die boven de wolken uitstak. Wauw!

Ook toen ik in de aankomsthal kwam, is alles goed verlopen. Tot ik buiten kwam. Ik werd meteen overrompeld door taxichauffeurs: Need taxi? Taxi? Taxi?

Ik wimpelde ze vriendelijk af en keek naar de mensen aan de overkant die allemaal hun bordje toonden. Normaal gezien moest er iemand met ‘VSN’ staan (= Volunteer Society Nepal). Maar dat bordje vond ik niet, dus ik bleef wachten. Plotseling kwam er een groepje van 5 mannen op me af: ‘who are you waiting for?’ Ik hield me afstandelijk en zei ‘VSN’. Natuurlijk zeiden ze: oh yes, that’s us. Wait here.

Ik vertrouwde het zaakje natuurlijk niet, want ze lieten geen bordje zien toen ik het vroeg. Dus ik bleef wachten. Enkele minuten later kwamen ze weer naar mij en vroegen of ik Ilona was, daarna toonden ze de nummer van VSN op hun gsm. Oké, dit was al iets beter. Ik moest wachten op de chauffeur. Intussen begonnen de mannen een gesprekje aan te knopen, meer deden ze niet. Toen de auto arriveerde, zei een van de mannen dat ik fooi moest geven. Hij stelde 20 euro voor. Ik liet me natuurlijk meeslepen en gaf een van de mannen 20 euro. Daarna deed nog een andere man mijn superzware koffer in de auto en ook hem gaf ik 20 euro. Het leek alsof ik werd gedreven door iets of iemand. Achteraf voelde ik me zwaar afgeript natuurlijk. De chauffeur van VSN zei ook dat ik normaal maar 1 of 2 euro moest geven. Een groot verschil dus… ach ja, hopelijk kopen ze er iets leuks mee (hopelijk geen drugs ofzo).

De drukte van het verkeer en de zware en zwarte uitlaatgassen waren een enorm grote impact. Het onophoudelijke getoeter van alle auto’s begreep ik maar niet. Hier zitten ze allemaal te bumperrijden en elkaar zwaar af te snijden, amper naar links of rechts te kijken, voetgangers bijna omver te rijden… Echt gek! Volgens mij toeteren ze ook gewoon maar voor de lol. Er waren ook enorm veel straathonden (zoals in Suriname).

Die zwarte uitlaatgassen voelde ik meteen aan m’n longen, wow! De verhogingen hier zijn ook echt heel onnatuurlijk gemaakt. Ze zijn echt 20cm hoog en voelen echt niet goed aan als je erover rijdt.

De chauffeur van VSN stopte tijdens de rit plots op de hoek van een straat. Hij deed een lang hartig woordje met een motorijder. Er kwam geen gevecht, maar ze waren vooral verbaal agressief.

Ik kwam aan in het huisje van een van de organisators van VSN. Daar werd ik al meteen warm onthaald door de gastheer- en vrouw: Umesh en Sanu. Mijn koffer werd in een sober kamertje op het gelijkvloers gezet. Ik kreeg even tijd om te rusten tot mijn eerste ontbijt en tot iemand anders van VSN zou komen met meer uitleg. Ik viel meteen in slaap. Enkele keren werd ik wakker van geklop op m’n deur, maar er kwam niemand binnen. Telkens ik wakker schrok, was ik enorm gedesoriënteerd en voelde me een beetje raar.

Om 9u kreeg ik m’n eerste ontbijt: een berg rijst met pikante aardappeltjes, boontjes, dahl (linzensoep dat je eventueel over de rijst kan gieten) en curd (yoghurt van buffel- en koemelk). Het was superlekker, maar wel zwaar als ontbijt. Mijn maag mocht dit al meteen ondervinden. Ik kreeg mijn planning van iemand van VSN. Morgen zou ik met mijn eerste Nepalese taalles starten. Daarna heb ik nog een paar uurtjes geslapen om de dag nog aan te kunnen. De harde en dunne matras is ook nog wennen.

Ik maakte een ommetje om de buurt wat te verkennen. Natuurlijk werd ik door iedereen aangestaard. Ik wist niet goed wat te doen behalve heel onzeker lachen.

Daarna ontmoette ik Gelu, een professionele gids van VSN. Hij maakte me wat wegwijs in de buurt waar ik nu zit: ‘Pepsicola’. Ik at voor het eerst momo’s, een soort Tibetaanse versie van ravioli met enorm pikante kip. Voor de tweede keer die dag stond mijn keel in brand, but I like it!

Ik ontmoette ook al meteen een andere vrijwilligster in het huis: Kylie, uit Nieuw-Zeeland. Ze zit hier al 4 maanden en gaat binnen enkele weken door naar India. Zalig!

’s Avonds nam Kylie me al meteen mee naar een café ‘The Hut’ (een hippieachtige sfeertje: op de grond zitten, discoballen, hallucinerende doeken overal, gitaren aan de muur…). Hier dronk ik mijn eerste Masala thee. Ik was meteen verkocht! I LOVE MASALA THEE!!!!!!

Daarna als avondmaal weer rijst met kip en dahl. Ik zat echt overvol, maar ik vond het onbeleefd om eten over te laten. Toch moest ik het doen, want mijn maag begon pijn te doen. Dan is het maar zo.

Het was al donker om 19u. Ze gaan hier ook al rond 21u slapen en staan al om 5u ’s ochtends op. Dus ik ging ook maar vroeg slapen. Het duurde heel lang voor ik in slaap viel, want er waren een hoop honden luid aan het blaffen en ik had het suuuuuperwarm onder het dikke laken. Uiteindelijk viel ik in slaap.

Ook hier heb ik weer vriendjes in m’n kamer. In Suriname had ik gekko’s en dat enge beest onder m’n vloer, nu heb ik kleine springspinnetjes en uiteraard kakkerlakken. Ik schrok me een ongeluk toen ik ’s avonds nog naar toilet wou gaan.

De volgende ochtend werd ik om kwart voor 6 wakker van de volgende geluiden: rochelende mannen en vrouwen, geboor en geklop van mensen die een huis aan het bouwen zijn (ze gebruiken hier niks van beveiliging), honden, huilende baby’s… je kan de ramen hier wel dicht doen, maar dan is het enorm warm en hoor je de geluiden nog. Ik zal er wel aan wennen zeker?

Mijn 2de dag begon. Na alweer een zwaar ontbijt (hetzelfde als gisteren) kwam de taalleerkracht me halen. Ze leek een beetje te improviseren. Normaal gezien hebben ze een kantoor, maar ze zei dat ze de les in m’n kamer zou geven. Ik zwierde alle spullen van m’n overvolle tafel alle kanten op. Toen de tafel leeg was, zei ze dat we toch maar naar het kantoor gingen. Hm…

Het was een heel interessante les. Ik leerde meteen wat basiswoorden- en zinnen:

Tapaai:ko naam ke ho?

Mero naam Ilona ho.

= wat is jouw naam? Mijn naam is Ilona.

Tapaai:laai kasto chha?

Ma:laai raamro chha.

= hoe gaat het met je? Het gaat goed.

Ik paste de woordenschat al meteen toe bij de Nepalese kinderen in het kantoor. Ze begrepen me. Zalig!

In de namiddag zou ik een tour in Patan en Durbar Square krijgen van de taalleerkracht, Manita. We gingen met de taxi. Deze man reed veel roekelozer dan de chauffeur van VSN. Na een lunch van noedels met ei in Patan, gingen we naar Durbar Square. Er was al meteen een festival gaande. Het was een klein plein met enkele tempels die gerenoveerd worden door de aardbeving van vorig jaar. Je mocht geen tempels bezoeken. Ik ben hier welgeteld een kwartier geweest. Manita gaf niet zo veel informatie op eigen initiatief. Ik had ook het gevoel dat ze heel snel wou zijn. We liepen nog door een winkelstraatje met heel veel stalletjes, riksja’s, loslopende koeien…

Ik was vooral op zoek naar flipflops, maar ik ben vergeten dat een maat 40 hier heel zeldzaam is… niet gevonden dus.

Daarna met de taxi terug en ik was al om kwart voor 2 terug thuis. Heel snel dus, want op mijn planning stond ‘tot 16u’. Ze wou er dan echt wel snel vanaf zijn. Dat vond ik wel jammer, dus besloot ik het de volgende dag aan Gelu te melden.

Voor de rest van de dag heb ik vooral wat gerust en tegen de avond met Kylie en nog 2 Nederlandse vrijwilligsters (Arjanne en Carmen) naar Thamel gegaan. We namen de lokale bus. We stonden aan een bushalte te wachten (geen idee hoe je kon zien dat het een bushalte was) en daar stopten alle bussen, terwijl een soort conducteur uit de deur hangt en de bestemming roept. Je moet dan snel opstappen en je op de overvolle bus proppen, terwijl de conducteur al rijdend terug op de bus springt… na een tijdje kwamen we aan in Thamel. Weer een massa volk waar je jezelf door moest murwen… je zag dat het een toeristenwijk is, want je zag plots heel veel groepjes toeristen. We gingen iets eten in ‘Roadhouse’, een restaurant met alleen maar Westers eten. Ik vond het nog net iets te vroeg om al Westers te eten, dus koos ik maar een simpel soepje. Moest ik eens heimwee krijgen, dan kom ik wel naar daar.

Daarna gingen we naar ‘Buddha bar’, een lounge café. Heel gezellig. Toen we met de taxi terug gingen (met hardcore muziek…bizar), zat ik in het midden. Voor de eerste keer werd ik heel misselijk. Gelukkig verdween het al snel toen ik uit de auto stapte.

Die nacht sliep ik weer niet zo goed. Er was deze keer een nieuwe hond in de straat bijgekomen: kef kef! Aaaarghhhh….

Ik had het dikke laken wel vervangen door mijn dunne lakenzak, dus dat hielp al veel.

De volgende ochtend werd ik gewekt met deze keer niet het geluid van rochelende mensen, maar wel van een overgevende persoon in dit huis.

Ik nam een warme douche (ja, dat hebben ze hier) en was weer klaar voor deze dag. Ik had er weer zin in. Alweer een groot ontbijt, maar deze keer wat minder dan de vorige keren. Om 10u ging ik naar het kantoor, waar ik normaal gezien met de hoofdorganisator, Dinesh, een gesprek zou hebben over mijn programma volgende week. Het bleek dat hij niet aanwezig was, maar wel in de namiddag zou komen. Gelu vroeg me hoe het gisteren was en ik vertelde eerlijk dat ik het gevoel had dat de tour afgerammeld was. Hij keek heel ernstig en besloot de planning te veranderen. Manita kwam ook net binnen. Ze voerden een heel lang gesprek in het Nepali. Waarschijnlijk ging het over de tour gisteren. Ik voelde me wat ongemakkelijk…

De planning was: vandaag achterop de moto bij Gelu naar Kathmandu en Durbar Square en Thamel, morgen naar de wijk van m’n project, Bodanath. Klonk goed!

Wonder boven wonder begonnen we vroeger met de taalles. Gelukkig, want anders hoorden we een kwartier lang weer de klok tikken, zoals gisteren :)

Weer veel bijgeleerd en gepraat over de Nepalese cultuur. Manita is misschien geen goede gids, maar ze is een heel goede leerkracht. Dat vertelde ik haar dan ook.

Na een lunch van thukpa (Tibetaanse noedelsoep), heel pikant maar superlekker, gingen we naar Kathmandu. Het plan was weer last minute gewijzigd: in plaats van met de moto, gingen we met de VSN-chauffeur. Misschien maar goed ook, want ik had geen masker voor op de moto en met al dat stof is het echt niet te doen.

Gelu vertelde me enorm veel over de tempels en andere heilige plekken op Durbar Square. Ik heb ook het Kumarihuis mogen zien. Echt knap houtsnijwerk uit de 18de eeuw. Wel jammer dat alle tempels omsingeld waren met stellingen. Er waren ook veel bekende tempels helemaal verdwenen of half in elkaar gestort. Was erg om te zien.

Daarna wandelden we naar de Thamelwijk door winkelstraatjes. Zelfs in deze smalle straatjes (vergelijkbaar met de Hoogstraat in Antwerpen) reden de moto’s en auto’s in tegenovergestelde richting. Man man.

Het begon plots hard te regenen (nu ik dit schrijf, regent het nog steeds, met wat donder en bliksem erbij), dus besloten we een koffietje te drinken in ‘Pumpernickel bakery’. Ik leerde Gelu een café latte drinken. Hij vond het lekker :)

Daarna terug naar Pepsicola. Ik was stikkapot. In de auto bladerde ik nog wat door mijn net gekochte woordenboekjes Engels-Nepalees. Vandaag heb ik ook voor het eerst afgedongen bij een rugzakje. In plaats van 1300 Nepalese Rupees (NR) heb ik het voor 1000 kunnen kopen (= ongeveer 8 euro).

Dinesh had de afspraak verplaatst naar morgen. Dus morgen weet ik hoe m’n programma er uit zal zien. Ik geloof ook dat ik vanaf morgen naar mijn gastgezin verhuis. Normaal gezien zou ik morgen al met het project beginnen, maar het is met een dag uitgesteld, omdat ik nog om een extra taalles heb gevraagd.

Zo dadelijk weer dahl baat als avondmaal. Ik vind het tot hiertoe nog steeds heel lekker :) (haha, hoe lang gaat het duren…)

Dus, maak je zeker geen zorgen, ik voel me hier heel goed! Het lijkt alsof ik hier al jaren woon. De mensen zijn hier ook enorm vriendelijk. Nu durf ik de mensen op straat te begroeten met ‘namaste’. Vaak reageren ze terug of groeten zij me eerst. Ik probeer ook mijn woordenschat meteen toe te passen, maar helaas vergeet ik wel eens een woord of meng ik ze per ongeluk met andere woorden. Gelukkig vinden ze het grappig en wel leuk dat ik me probeer te mengen in de cultuur.

Ik ben ook superblij dat ik al elke dag geen enkel probleem heb gehad met een grote boodschap op het toilet, want dat probleem heb ik altijd als ik naar het buitenland ga. Vannacht had ik wel eventjes pijnlijke steken in m’n maag en darmen, maar door rustig te ademen en een rustig muziekje op te zetten, verdween dit uiteindelijk.

I’m feeling good people!

Weetjes:

-          Hier kennen ze geen straatnamen. Je moet gewoon de weg vanbuiten kennen… heb ik toch al problemen mee gehad.

-          Hier kennen ze geen zakdoek. Ze snuiten gewoon hun snot op straat. Ze rochelen ook veel… zo zie je heel veel spuug en snot op de grond liggen.

-          Samenwonen voor het huwelijk is hier taboe. Net zoals scheiden.

-          Pas als je een restje eten overlaat, stoppen ze met eten opscheppen. Dit is een teken dat je genoeg hebt. Ik weet nu ook hoe je in het Nepali ‘genoeg’ zegt (=pugyo). Het helpt!

-          Als je hier wat kilootjes bijkomt wordt het als een compliment beschouwd. Het betekent eigenlijk dat ze hier goed voor jou hebben gezorgd door je bv. vol te proppen met eten :)

-          Ik zie vaak doodgewoon een koe op straat lopen. Ze hebben alle vrijheid, omdat ze hier als heilig worden beschouwd.

-          De meeste huizen hebben hier geen Westers toilet, maar gewoon een gat in de grond. Toiletpapier kennen ze ook niet… ik wil niet weten hoe ze hier hun gat afvegen.

In het huis waar ik verblijf hebben ze wel een gewoon toilet en heb ik zelf toiletpapier aangeschaft.

-          In de hoofdstad is er bijna overal Wifi aanwezig. Ze zijn aan het moderniseren hoor. Je hebt alleen dagelijks last van power cuts, maar die duren tot hiertoe niet zo lang.

-          Zaterdag is hier zondag (rustdag). Dus de week in Nepal begint op zondag in plaats van maandag.

-          Ik snap niks van de gordels in de taxi’s.. je krijgt ze gewoon niet aan. Ze hangen er denk ik gewoon voor de versiering.

-          Ze hebben hier een heel enge vogel. Qua uitzicht is hij schattig, tot er geluid uit komt… het lijkt net een mens die reutelend op sterven ligt. 

- Het boeddhisme en hindoeïsme is hier met elkaar verweven. Boeddhisten vereren bv. ook de hindoeïstische goden en vieren de hindoeïstische feestdagen en vice versa. Het boeddhisme is eigenlijk vooral een filosofie i.p.v. een religie. 

Foto’s

3 Reacties

  1. Nancy Indeherberg:
    21 augustus 2016
    Laat ik het duidelijk stellen mijn dochter is de beste reisverslaggeefster ever *-* Wat zij allemaal kan met taal en woorden en dan nog weetjes tussendoor en prachtige volzinnen , kleurrijk en goed opvolgend zodat je in verbeelding haar hele verhaal kan volgen. Wat een talentvolle dochter zeg. En zonder dt-fouten hé. En ja Ilona, daar voel je je thuis en het zou me niet verbazen dat jij daar ooit in een vorig leven hebt geleefd. Maar euh, MASALA thee and you like it? So what makes it taste so good? ben benieuwd. Ik heb ook een weetje : "Kumari is een incarnatie van de godin Taleju. Dat betekent dat ze steeds opnieuw geboren wordt en de gedaante van een jong meisje aanneemt. Taleju is oorspronkelijk een Hindoe-godin, maar de levende godin Kumari wordt gekozen uit een boeddhistische kaste van goud-en zilversmeden. Meisjes van een jaar of vijf, zes, die ervoor in aanmerking komen, moeten blijk geven van moed en onverschrokkenheid." Wil je meer weten dan is het voor de volgende keer, Namasté *-*
  2. Annemie Baeyens:
    22 augustus 2016
    Allemaal zo herkenbaar Ilona!!! Het verkeer, het lawaai 's nachts, de matrassen, het instant/thuisgevoel, het eten, de powercuts,.... zal uw blog zeker volgen!!! Over de luchtvervuiling moet je je geen zorgen maken... als je daar maar een paar weken verblijft, loop je geen blijvende schade op... heb ik van horen zeggen... de matrassen zijn idd veel te dun, maar eenmaal moe genoeg, slaap je overal ;-) En goeie oordoppen zijn daar idd een must! Het thuisgevoel is overweldigend, ze kijken wel, maar heb in die drie maand dat ik daar al gewerkt heb, mij niet één keer geïntimideerd gevoeld, zelfs niet wanneer ik 's avonds in het donker alleen door de straten van boudha rondliep... enjoy, en zal je met plezier lezen!
  3. Nancy Indeherberg:
    23 augustus 2016
    Ik eindigde met "Meisjes van een jaar of vijf, zes, die ervoor in aanmerking komen, moeten blijk geven van moed en onverschrokkenheid." Tot daar was ik gebleven. Het verhaal gaat verder. " Ze worden bijvoorbeeld nachtenlang in een donkere kerker opgesloten bij de lijken van offerdieren. Ze moeten een gaaf gezichtje en een mooi lichaam hebben. Ze moeten aan achtendertig strenge eisen voldoen. Wie uitverkoren wordt, komt in de Talejutempel wonen en mag slechts één keer per jaar naar buiten. Ze wordt verzorgd door een paar vrouwen en af en toe komen haar ouders haar bezoeken. Een meisje blijft zolang Kumari tot ze gaat bloeden.Dat is meestal bij haar eerste menstruatie. Maar ze kan zich ook verwonden of bloed verliezen bij het wisselen van haar tanden. Als er eenmaal bloed gevloeid heeft, is ze onverbiddelijk Kumari af. Omdat ze symbool is van de maagdelijkheid mag ze nooit trouwen. Ooit is een ex-Kumari toch getrouwd, maar haar man stierf kort na het huwelijk. Ze mag wel studeren en zich ontwikkelen, en ze krijgt voor de rest van haar leven een staatspensioen...! Kumari is het best verzorgde en meest aanbeden kind van heel Nepal. Haar ouders beschouwen het als een ongelooflijk voorrecht dat ze uit hen geboren is. Ieder najaar mag ze één keer naar buiten, tijdens het Chariotfestival." Wordt vervolgd. Namasté *-*