The last one

28 september 2016

Nu ik dit schrijf, zit ik in Istanbul te wachten op mijn vliegtuig naar Brussel. Thuis komt wel heel dichtbij nu :) Het was vanmorgen nog een heel gedoe voor ik op het vliegtuig geraakte in Nepal, maar daar zal ik nog over vertellen.

Er is op een week tijd nog enorm veel gebeurd.

Het begon allemaal vorige week dinsdagochtend. Ik had weer geen oog dicht gedaan die nacht, omdat ik vooral aan het piekeren was over m’n gezondheid en of ik al dan niet naar Poon Hill zou geraken. Met een enorm zware trekrugzak en kleiner rugzakje wandelde ik om 5u30 naar de taxistopplaats in Pepsicola. Een taxi bracht me naar Thamel, waar ik aan de ingang van ‘The Garden of Dreams’ moest wachten op m’n gids. Plots stopte er een jeep met Govinda erin. Wat een aangename verrassing! Het ging allemaal heel snel. Hij zei dat ik snel moest instappen. Ik kwam naast een Nederlandse jongeman te zitten die blijkbaar de Annapurna Basecamp Trekking zou gaan doen. Nog geen 5 minuten later moest ik op een drukke weg uitstappen en werd ik vlug vlug in een grote toeristenbus gestopt. Daar kreeg ik een zitje alleen. Govinda legde nog uit hoe de planning eruit zag: bij aankomst in Pokhara zou er een taxichauffeur op mij wachten en mij naar m’n guesthouse brengen. M’n gids van Poon Hill zou een van de dagen wel af komen. Heel vaag dus …

En toen kwam er een rust over me. Wanneer de bus vol zat met mensen van allerlei nationaliteiten vertrokken we. Maar het duurde nog een hele tijd voor we Kathmandu Valley achter ons lieten. Eindelijk was het zover. De groene heuvels en rivieren omringden me urenlang. Zalig om te voelen dat ik eindelijk ver weg van Kathmandu zou gaan. Eindelijk eens uit de vallei! Dat was de eerste keer in 5 weken tijd. Ik wou nog niet denken aan volgende week, wanneer ik terug zou moeten om mijn koffer te halen en om er nog 1 nacht te blijven slapen.

Na 3 tussenstops arriveerden we in Pokhara. We waren in totaal 8u onderweg. Dat voelde ik wel! Naast mij zat trouwens dan toch nog een Nepalese man die maar al te graag een praatje wou slaan. Maar ik had er écht geen zin in, dus blokte ik hem beleefd af. Ze moesten me nu even met rust laten, hehe.

In Pokhara ging het ook weer heel snel bij het uitstappen. Allerlei chauffeurs die op me afkwamen en vragen stelden. Uiteindelijk kwam ik de juiste persoon tegen. Hij zwierde m’n spullen in de taxi en bracht me naar m’n guesthouse heel dicht bij Lake Side (Phewameer). In de guesthouse brachten ze me meteen naar de hoogste verdieping met een prachtig uitzicht over Pokhara en de bergen (bij helder weer). Daar had ik eindelijk echt rust. Na wat gerust en een frisse douche, besloot ik in m’n eentje de buurt te verkennen. Ik belandde al snel in een muziekwinkel in de straat en bleef daar onverwacht langer dan een uur. De verkoper was een heel gepassioneerde muzikant die de hele wereld al heeft afgetourd. Hij liet me een zeer intense Singing Bowl- sessie ervaren! Wauw, dat was echt relaxed! Daarna liet hij zijn drumskills zien (echt te zotte ritmes!!) en wat gejengel op de ‘ektarej’ (1-snarige Nepalese gitaar). Daarna leerde hij me een basistechniek op de Nepalese drums en de ektarej. Speciaal gevoel. Heel tevreden at ik ’s avonds momo’s en ging ik slapen. Helaas waren er ook in Pokhara weer honden die ’s nachts blaften. Het was ook superwarm en het was hard aan het onweren, dus die nacht sliep ik ook weer slecht. Mijn longen werden er niet beter op. Ik kreeg ook keelpijn. Zucht…

De volgende ochtend ging ik na een stevig ontbijt op stap. Eerst een rustgevend boottochtje op het Phewameer en daar naar een klein eilandje met een tempel geweest. Het was echt een prachtig uitzicht! Daarna informeerde ik naar de bekendste watervallen van Pokhara, Devi’s falls, in een reisbureau. Ze waren er enorm vriendelijk. Ze hielpen me meteen aan een taxirit heen en terug. De taxichauffeur was er heel snel. Voor ik het wist waren we al op weg naar Devi’s falls. Het was ook een supervriendelijke taxichauffeur. Devi’s falls was een heel magische plek. Ik kon naar het stromende water en de regenbogen blijven kijken, zo rustig was het…. Tot ik omver werd geduwd door een horde Aziatische toeristen -.-

De taxichauffeur raadde me aan om ook naar ‘the World Peace Stupa’ te gaan. Het was een stupa helemaal op een heuvel met een mooi uitzicht over heel Pokhara. Dat liet ik me geen twee keer zeggen. De taxi was net een jeep die in de bergen reed, met gemak! Ik blijf er telkens van versteld staan!! De taxichauffeur gaf me wat tijd om alleen verder te gaan. Ik moest nog enkele trappen omhoog doen en dan was ik er. Ik voelde het al aan m’n longen, die paar trappen! Maar het was de moeite waard. Echt zo’n mooi uitzicht over heel Pokhara en het Phewameer. Het was totaal iets anders dan Kathmandu. Ik had nog meer spijt dat ik maar 3 nachtjes in Pokhara zou zijn. Ik besloot al meteen om volgende keer in Nepal vooral in Pokhara te verblijven! Echt een chille sfeer daar.

De stupa was ook een heel magische plek. Het was er zo stil. Ik wou nog langer blijven, dus hoopte dat de taxichauffeur het niet erg vond dat ik nog enkele minuutjes langer genoot. Ooh, ik voelde de boeddhistische krachten zo hard. Ik hoopte dat ze me zouden genezen. Bij het afdalen kwam ik langs een winkeltje. Hier vond ik honing uit het Annapurnagebergte én ook een lepeltje. Dit kocht ik meteen. Sindsdien nam ik elke dag enkele lepeltjes honing.

De taxichauffeur vond het helemaal niet erg dat ik langer wegbleef. Hij bracht me veilig terug naar m’n guesthouse. Hij gaf me ook de tip om mosterdolie op m’n borst te smeren (zoals wij vaak Vicks smeren bij een verkoudheid). Ik besloot het meteen te proberen. Ik dronk ook vanaf die dag verse gemberthee met honing. Dus mijn natuurlijke genezingsproducten waren: mosterdolie, honing uit de bergen en gemberthee met honing. Ik hoopte zo hard dat het zou helpen!

Ik kocht nog wat zotte souvenirs en maakte kennis met een heel vriendelijke Tibetaanse verkoopster. Na m’n koopjes wou ik nog wat geld afhalen voor Poon Hill. Maar m’n visakaart deed het nergens meer. Oh nee, nog een zorg erbij! Die nacht sliep ik helaas weer niet goed… Maar de volgende ochtend voelde ik me al wel iets beter, dus dat was goed nieuws! Het was intussen al donderdagochtend… De vorige dag belde Govinda me om te zeggen dat de gids ten laatste morgenochtend zou komen (ja, liefst!) en dat we rond 11u zouden vertrekken.

Ik was net aan m’n ontbijt begonnen en dacht een rustig ochtendje te hebben, tot m’n gids plots verscheen en zich aan m’n tafel zette. Ik vond het heel vervelend dat hij net tijdens m’n ontbijt aankwam. Ik was ook nog gestrest door m’n visakaart. Zo typisch dat het de week voor ik vertrek niet meer werkt… Achteraf verontschuldigde ik me bij de gids voor m’n eerste kennismaking. Hij kon er natuurlijk ook niet aan doen. Ik pakte rustig mijn tijd voor het ontbijt en ging daarna naar beneden om verder kennis te maken met de gids. Hij vertelde al meteen dat hij een taxi had gebeld om ons te komen halen en hij vroeg of ik helemaal gereed was. Dit overviel me zo hard. Waaaat?? Nu vertrekken? Ik had toch tijd tot 11u???? Blijkbaar was het verkeerde informatie.  Boze Ilona kwam naar boven… ik kon er echt niet meer tegen. Ik zei dat als het écht niet anders kan, dat ik m’n spullen zou pakken. En ja, het kon echt niet anders. Er was een tijdschema dat we moesten volgen. Ja, dat had Govinda niet gezegd.

Dus ik pakte m’n spullen en hoopte dat ik alles bij had (achteraf in de bergen merkte ik dat ik m’n handdoeken vergeten was…ach ja). Ik deed dit ook op m’n gemak, omdat ik me echt niet wou laten opjagen. Dat heb ik de laatste weken al genoeg gedaan. Toen ik vroeg of ik ook een drager had (want zo had ik het toch uit mijn programma van ‘Het Andere Reizen’ geïnterpreteerd), zei de gids meteen ‘nee’. Ik werd nog bozer, want ik had echt superzware spullen bij. Ik belde meteen naar het bedrijf, Pure Nepal. Ze wisten blijkbaar van niets, maar besloten om heel snel een drager te zoeken. Achteraf was het heel moeilijk om er nog een te vinden die niet te duur was, dus de gids stelde uiteindelijk zelf voor om mijn spullen te dragen (ik wist toen nog niet dat het eigenlijk een belediging is voor een gids om ook drager te zijn). Dus ik was hem enorm dankbaar!

Ik vertelde dat ik nog geld moest afhalen, dus reden we langs een ATM. Ook daar werkte m’n visakaart niet. Gelukkig leende de gids me wat geld en hij zei dat als ik nog geld nodig had, dat ik het hem altijd kon vragen. Dat was wel heel aardig. Ik kocht nog een drinkfles en een muts en toen was ik er helemaal klaar voor. Ik kwam al iets meer tot rust en stelde mezelf voor aan de gids en vice versa. Zijn naam was: Ram Gurung. Op het eerste zicht leek hij Tibetaans (maar dat bleek hij niet te zijn) en leek hij op de Nepalese versie van ‘the Rock’. Een stoere, gespierde gids dus.

De taxirit naar het beginpunt, Nayapul, was ook geen lachtertje. De taxichauffeur reed echt razendsnel en scheurde door alle bochten. We gingen steeds hoger en hoger. Hij reed vaak snel over diepe bultjes, dus ik stootte vaak m’n hoofd tegen het dak. Ik werd er zooo misselijk van. Uiteindelijk hebben we het overleefd. Na zo’n 2u begon onze tocht. We vertrokken alleen, maar we kwamen onderweg andere mensen tegen. We wandelden door verschillende bergdorpjes. Het was nog niet zo hoog en zwaar. Het was wel enorm warm! De tocht eindigde in de namiddag met 2800 trappen omhoog! In de volle zon… dus dat was wel even afzien. Ik kwam een Filipijnse vrouw tegen die op slippers liep, omdat haar bergschoenen het hadden begeven… we moedigden elkaar aan. Ik was ook een Schotse jongeman tegengekomen. Hem zou ik nog vaak tegenkomen de komende dagen. En ook 2 meisjes die me heel Noors of Zweeds leken. Door het op een traag tempo te doen en met veel pauzes waren we er geraakt. M’n eerste guesthouse was niet goed geïsoleerd, dus ik hoorde echt alle geluiden. Ook die nacht sliep ik weer slecht… het zag er echt niet goed uit qua nachtrust.

Er waren veel wolken, dus kon ik de bergen nog niet zien. Hopelijk zou het weer wat beteren… Ik had trouwens die dag mijn eerste bloedzuiger aan de pols! Jaikes! Ik zat gewoon buiten op het houten terras op m’n theetje te wachten en ik voelde ineens een harde steek, alsof een mug me aan het steken was. Ik keek naar m’n pols en zag een vieze bloedzuiger lekker van m’n bloed zuigen. Ik riep meteen Ram, want ik wist niet goed wat te doen. Hij probeerde hem er met man en macht af te trekken. Uiteindelijk lukte het. Er drupte wat bloed uit het wondje. Allé vooruit, dat hebben we ook weer eens meegemaakt…

De volgende dag wandelden we door mooie landschappen en vooral door veel jungle. Het was echt zo prachtig en rustgevend. De vele watervallen, het geluid van de vogeltjes, de belletjes van de paarden die met spullen op hun rug heen en weer liepen, de buffels, de geitjes, de kippen….Heerlijk was het! Ik kwam eindelijk écht tot rust en voelde me stukken beter. Alleen die nachtrust moest echt wel eens beteren. Langzaam gingen we hoger en hoger. We eindigden die dag in Ghorepani op 2870 meter hoogte.

Een prachtig uitzicht op de bergen, maar helaas waren er nog te veel wolken, dus zag ik nog steeds niets van de Himalaya. Ik ontmoette de 2 meisjes van de vorige dag: Stephanie en Claudia. Ze bleken niet Noors of Zweeds te zijn, maar wel Oostenrijks. Heel leuke meiden! Ze waren net afgestudeerd in ‘tourismemanagement’ en wilden voor ze zouden beginnen werken nog een grote reis maken samen. Eerst gingen ze naar Myanmar, nu Nepal en hierna de Filipijnen. Echt zalig!  

Ook in deze guesthouse was het weer slecht geïsoleerd. Dus ook nu weer een slechte nacht. Daar kwam nog eens bovenop dat we om 4u45 moesten vertrekken om de zonsopgang in Poon Hill te zien. Om 1u ‘ nachts was er ook nog een hanenkraaifestijn. Djeezes!

Dus de volgende ochtend om 4u30 opstaan. Dat was op zich geen probleem. Ram kwam me zeggen dat het nogal bewolkt was en dat de kans groot was dat we de bergen niet zouden zien bij zonsopgang. Ik had de keuze om te gaan of niet. Uiteraard wou ik het proberen, dus we gingen op pad. Ik was helemaal ingepakt met alle kledij die ik mee had. 7 lagen dus, inclusief mijn pyjama. Ik dacht dat het heel koud ging zijn op 3200 meter hoogte. Ja, dat was dus geen goed idee! Ik had me totaal niet goed voorbereid op de weg naar Poon Hill…

Met een zaklampje vonden we onze weg naar boven. Het waren weer enorm veel trappen waar maar geen einde aan leek te komen. Ik begon last te krijgen van bijna-flauwtes. Ik heb ongeveer 10 keer het gevoel gehad dat ik bijna flauwviel. Omdat ik het dus enorm warm had met al die lagen. Ik had ook totaal niet genoeg water mee en ik had geen eten meegenomen (zouten e.d.). We startten als eersten, maar onderweg werd ik door massa’s mensen voorbij gestoken :D Ik zocht een motivatie, want ik wou het echt bijna opgeven. Het was zo zwaar. Zeker na zoveel nachten achter elkaar amper te slapen. Mijn motivatie was: de Himalaya. Ik zag de bergen opdoemen, terwijl de zon opkwam. De wolken verdwenen. En toen was ik er geraakt: Poon Hill, 3200 meter hoogte.

Even een overwinningskreet met Ram. Op de top kwam ik Neil, de Schot, tegen. Ram was een masala thee met veel suiker voor mij gaan halen in het plaatselijke theetentje. Neil liet me een paar slokken koffie drinken. Wat deed dat goed, zeg! Ik keek naar de Himalaya en ik voelde plots veel energie door me heen stromen. Een uur lang heb ik er van genoten. In dat uur heb ik vooral veel gekeken naar de bergen en de zon die heel snel opkwam. De lucht veranderde van bewolkt naar helderblauw. Ik moest op een bepaald moment huilen, omdat het zo mooi was. En omdat ik ineens besefte dat ik gewoon naar de Himalaya aan het kijken was, NU, hier, op dit moment, in Nepal, alleen. Ik dacht aan iedereen die me dierbaar is, zodat ze dit moment zouden voelen. Ik was ook heel trots op mezelf dat ik dit bereikt had!

Heerlijk was het. We moesten na een uur echt wel terug vertrekken, want we moesten die dag het volgende punt bereiken. Ik kon m’n ogen maar niet van de Himalaya afhouden. Zooooooooooo knap!

Ram is trouwens ook een professionele bergbeklimmer. Hij vertelde me zoveel verhalen over zijn ervaringen. Zo was er een berg bij die nu ‘the Holy mountain’ genoemd wordt, omdat er al zoveel mensen deze berg hebben beklommen en nooit meer zijn teruggekeerd. De lichamen zijn ook nooit gevonden. Ram heeft deze berg ook al beklommen! Ik voelde me echt vereerd dat hij m’n gids was. Hij probeert me te overtuigen om volgende keer ook een berg te beklimmen, maar nope, dat is echt niet mijn ambitie. 3200 meter is voor mij hoog genoeg tot hiertoe J Aangezien we zo langzaam stegen, had ik nog geen last van hoogteziekte. Gelukkig maar.

Na een lekker ontbijtje (waaronder de nieuwe ontdekking: Tibetaans brood!!!!) trokken we verder. Ik voelde me opgeladen door de Himalaya en kon er weer tegen aan. We gingen nog een heel stuk door de jungle. Nog steeds hadden we een prachtig zicht op de bergen. Ik bleef er naar kijken tot het echt niet meer ging. Achteraf heel knap van mezelf dat ik ondanks het vele naar achter kijken tijdens het wandelen niet ben gevallen/gestruikeld/uitgegleden… ik had zoveel geluk tijdens heel de trekking J Maar Ram was ook een goede gids die er telkens op lette dat ik het voorzichtig aan deed. Bij hem voelde ik me heel veilig. Die boze Ilona van donderdagochtend was gelukkig snel verdwenen. Ik schaamde me nog altijd een beetje voor al dat dramatisch gedoe.

Intussen had ik Ortwin gevraagd wat het probleem met m’n visa zou kunnen zijn. Hij heeft alles geregeld met de bank, echt zo lief! Dus dat zou in orde komen. Oef! Het ging allemaal heel goed die zaterdag. Ik voelde me heel goed en sprong samen met Ram van trap naar trap, al fluitend en zingend. Het was superleuk. Naar de middag toe begon het te regenen. Het was plots enorm gevaarlijk. Eigenlijk moest ik sowieso altijd goed uitkijken, want het was vaak glad. En ik moest ook vaak over kleine kabbelende beekjes stappen. Maar, zoals ik al zei, het geluk was me bij.

’s  Middags gingen we lunchen in het restaurant van Rams vrouw. Ik voelde me plots echt niet goed. Heel draaierig, lichthoofdig en totaal geen honger. Het duurde lang voor ik een hap binnen kreeg. En een Ilona die niet eet, dan moet het toch al heel erg zijn hoor… Toch geen hoogteziekte? Hm, hoogstwaarschijnlijk eisten de vele slapeloze nachten hun tol en dan nog eens al zo lang wakker die dag! Ik mocht het echt niet onderschatten.

Stephanie en Claudia kwamen met hun gids, Sanu, ook lunchen met ons. Het ging ook niet zo goed met Stephanie. Ze zat al 3 dagen met een blaasontsteking die steeds erger werd. Ze zag het echt niet meer zitten. Ik bedacht me ineens dat ik een gigantische reisapotheek mee had waar ik amper iets mee deed…en ja hoor, ik had sterke pilletjes voor een blaasontsteking mee. Toen ik ze aan Stephanie gaf begon ze te huilen van geluk en dankbaarheid. ik gaf het haar allemaal mee, samen met een stuk chocolade en nog wat pijnstillers. Zoveel dankbaarheid. ik voelde me een heldin en ik voelde me ineens ook stukken beter. Ik at m’n bord bijna helemaal leeg. Samen gingen we op pad.

Sanu bleek Ram ook te kennen, dus iedereen kon goed overweg met elkaar. Het was heel fijn om nieuwe mensen te leren kennen. We sliepen die avond ook in dezelfde guesthouse: Fishtail lodge. Met uitzicht op de Himalaya, waaronder de gevaarlijke Holy Mountain ‘Fishtail’. Echt nog steeds een prachtig uitzicht!! Jammer genoeg was deze guesthouse echt de ergste van allemaal. Van alle kanten hoorde je geluiden en ook hier was het weer slecht geïsoleerd (een blikken kamertje). Zuuuuuuucht…

Ik besloot om het zo laat mogelijk te maken tot ik echt zo moe zou zijn dat ik door alle geluiden heen diep zou kunnen slapen. We speelden nog met z’n allen enkele potjes Uno. Echt geweldig om Ram er zo in te zien opgaan. Ik dronk nog wat gembertheetjes (elke dag al zo’n stuk of 3 tot 4) en een glas warme melk met honing. Het bleek poedermelk te zijn… in ieder geval, ik heb dan toch eindelijk enkele uurtjes diep geslapen! Tot ik weer wakker werd om naar toilet te gaan door al die gembertheetjes. Je moest hiervoor een pleintje oversteken, dus ik moest naar buiten gaan om naar het toilet te gaan. Halfslaperig besefte ik dat er zich boven mij een hele sterrenhemel onthulde. Wooooow. Ik had in tijden niet meer zoveel sterren gezien! Ik genoot er even van en oh ja, ik zag een vallende ster! Het kon niet beter… Jammer genoeg viel ik hierna niet meer terug goed in slaap.

De volgende ochtend weer vroeg opstaan. Alles was oké. We ontbeten met zicht op de Himalaya. Jaja, het was alweer prachtig weer. Wat hadden we toch zoveel geluk. Maar met Stephanie ging het nog altijd niet goed. Ze moest even in bed liggen. We wachtten om te vertrekken. Ik ging naar toilet, voelde me nog steeds goed… maar plots besefte ik dat ik diarree had. Ja, ik had het lang niet door, zo sneaky was het! Oh nee, even kalm blijven. Misschien is het van al die gemberthee? Even mee stoppen dan… ik besloot ook om nog niet meteen te vertrekken en even af te wachten. Na een tijdje vertrokken we. M’n darmen begonnen meer en meer te rommelen. M’n maag begon ook wat raar te doen. Please, ik hoopte zo hard dat ik geen bacterie zou hebben! Of misschien was het de vermoeidheid van al die slechte nachten? Of de melk? Of de hoogte? Ik besloot gewoon verder te gaan en kalm te blijven.

Onderweg moesten we stoppen en heb ik lang op toilet gezeten. Het ging hierna iets beter. Gelukkig was het niet zo’n zware dag vandaag. De zwaarste en langste wandeldagen waren vrijdag en zaterdag. We kwamen vrij snel aan in Ghandruk. Onze laatste bestemming. Wauw! Dat was echt het prachtigste bergdorpje ooit! Met ook weer een supermooi uitzicht op de Himalaya. Ram vroeg wat voor soort guesthouse ik wou. Ik gaf hem vooral deze voorwaarden: beter geïsoleerd kamertje en geen te lawaaierige buurt. En ja hoor, de laatste guesthouse was de beste!

We kwamen ook vrij vroeg aan, tegen de middag. Ik besloot om niet te veel meer te doen die dag, behalve een korte buurtwandeling en even het thuisfront contacteren. Ik kwam te weten dat Ortwin een verrassing voor mij had als ik terug kom! Het is iets waarvan ik blij word en dat is heeeel veeel :D Dus ik ben heel benieuwd. Ik was gewoon al blij dat ik hem terug zou zien. Dat was voor mij al een verrassing op zich. Jaja, het kwam steeds dichter. Ik had 4 dagen trekking echt al wel voldoende gevonden, maar ja, niets aan te doen. Ik was echt klaar om naar huis te gaan. Toch moest ik nog even doorbijten. Die nacht was het hevig aan het onweren. Iedereen in heel het dorp schoot wakker en zat rechtop in zijn bed van de luidste donderknal ooit! Ik dacht echt dat er een aardbeving was of een lawine of een explosie. Zo eng jom! Uiteindelijk toch weer in slaap gesukkeld. M’n ademhaling klonk nogal piepend. Hopelijk kwam het gewoon door de kou en de andere lucht op die hoogte…

De volgende ochtend vertrokken we heel vroeg. We moesten een stukje wandelen tot aan een dorp en daar zou een jeep ons naar het begin- en eindpunt, Nayapul, brengen. Ik nam definitief afscheid van de Himalaya. De jeep bracht ons rustig met een chill Nepalees muziekje naar beneden. Onderweg moest ik afscheid nemen van Stephanie, Claudia en Sanu. Hopelijk ontmoeten we elkaar weer. Het was zo leuk samen en zalig om hen te leren kennen.

Ik werd terug naar Pokhara gebracht. Ik was echt stikkapot. Maar toch ging ik nog een kort bezoekje brengen aan de verkoopster van het Tibetaanse winkeltje: Tenzin. Ze herkende me nog en samen praatten we met een tasje thee bij over m’n ervaring in Poon Hill.

Toen ik terug in de guesthouse kwam, arriveerde Govinda. Hij kwam me vertellen dat het blijkbaar een hele heisa was rond het gids/drager-gedoe. Ik toonde hem de papieren waarin dit zo vermeld stond. Maar hij zei dat ik het verkeerd geïnterpreteerd had. Dus ik moest onverwacht nog redelijk veel bijbetalen. Dat was wel even een klopje… Maar, het was het zeker waard. Zonder drager had de trekking helemaal anders geweest denk ik. Gelukkig werkte m’n visa terug! Wat ben ik Ortwin en de bank zooooo dankbaar.

Ik was Ram ook zo dankbaar! Tegen de avond was ik echt een wrak. M’n darmen waren nog steeds niet in orde. Ik ontdekte in m’n reisapotheek nog pilletjes tegen diarree. Ik besloot ze dan toch maar te nemen… Ilona, weer iets te lang mee gewacht hé!

De volgende ochtend zou er een taxichauffeur mij vroeg komen ophalen. En dan zou ik weer met de toeristenbus terug naar Kathmandu worden gebracht. Ik had er echt geen zin in!

De taxichauffeur kwam redelijk laat aan, maar bleef ook wel redelijk chill. Uiteindelijk haalde ik de bus nog met gemak. Ik kwam naast een meisje te zitten die ik tijdens de Poon Hill trekking regelmatig tegenkwam: Elodie uit Frankrijk. We praatten heel veel over vanalles en nog wat tijdens heel de rit.

Ook al reed de bus gigantisch snel door de bergen en de kronkelige weggetjes, toch deden we er nog langer dan 8u over! Ik was echt zo bang dat er iets zou gebeuren, want die chauffeur was echt niet normaal aan het scheuren! Onderweg reden we ook voorbij een plek waar veel legermannen, politie, ambulance, duikers en toeschouwers waren… het leek erop dat er iemand in de gevaarlijke rivier was gevallen of misschien een autocrash. Er kwam ook een helikopter bij kijken. Ik had er maar een eng gevoel bij…

Al bij al kwamen we veilig aan in Kathmandu. Het was heel lang file, maar we geraakten er. Govinda had me verteld dat er iemand van Pure Nepal (reisorganisatie) me zou opwachten en naar hotel ‘International’ zou brengen. We kwamen aan en ik vond die persoon maar niet. Uiteindelijk kwam hij en stelde hij zichzelf voor. Hij kwam plots met een heel ander idee op de proppen. Een ander hotel… ik vertrouwde het niet en kwam meteen in defensiemodus (dat heb ik hier echt wel geleerd).

Na een heel gedoe, ging ik naar stap 2: echt luisteren wat de man te zeggen had. Ik had ook al naar Govinda gebeld, maar hij had niet veel tijd om te bellen. Ik had pas heel laat door dat deze man eigenlijk de baas van Pure Nepal was! Ik dacht heel de tijd dat het een taxichauffeur was. Dat is al de tweede keer dat Govinda me verkeerde informatie geeft. Al bij al belandde ik eindelijk in een hotel in het centrum van Thamel. Het leek me best wel druk, dus dat beloofde een allerlaatste slechte nacht.

Het was al 16u en ik moest nog naar Pepsicola om m’n koffer op te halen. Er werd een taxirit heen en terug met wachttijd geregeld. Ik dacht dat ik er op een halfuurtje zou geraken, maar helaas was er nog steeds enorm veel file. Ik had geluk dat er zelfs een taxi reed, want een dag later kwam ik te weten dat er een soort staking van de taxichauffeurs was. Ja, toen ik op die moment zelf aan de mensen vroeg wat er aan de hand was, wist niemand deze vraag te beantwoorden. De taxichauffeur probeerde langs andere weggetjes te rijden, maar die waren even druk. Na een dik uur kwam ik pas aan in Pepsicola. Gelukkig waren er geen starende Indische meubelmakers. Ze waren afwezig. Ik zag Kabita en Sarah nog heel snel en nam afscheid. Alhoewel het geen definitief afscheid is, want ik zou de familie zeker terug willen bezoeken als ik weer naar Nepal ga.

Daarna terug de file in. De chauffeur nam een totaal andere weg, maar die was echt niet veilig. Overal diepe putten, modder… ik was nog niet thuis hoor! Ik had er echt genoeg van. Ik wou nog naar een wisselkantoor en dergelijke, maar dat zou niet meer lukken vreesde ik. Het was al 19u en we hadden nog een hele weg te gaan. Echt niet normaal… ik legde me er maar bij neer en besloot gewoon nog iets te eten, mijn spullen in te pakken en te slapen.

Uiteindelijk kwam ik om 20u weer in het hotel aan. Er klonk vreselijk kattengejank uit een of ander muziekcafé tegenover m’n hotelkamer. Hopelijk duurde het niet te laat, want ’t was echt niet om aan te horen!

Mijn laatste avondmaal in Nepal, voorlopig toch: momo’s! Uiteraard :) Ekdum mitho chha!

Daarna pakte ik m’n koffer. Het was heel moeilijk om alles te verdelen, zodat het niet te zwaar zou zijn. Op zich had ik best al veel kleren en spullen weggegeven en achtergelaten.  Ik ontdekte toen ook dat ik m’n drinkfles niet meer had. Waarschijnlijk lag die nog in de toeristenbus. Totaal niet op gelet. So be it… hopelijk is er iemand anders blij mee :)

Hm, m’n koffer woog rond de 32 kg en m’n handbagage zo’n 10 kg. Ik had er niet zo’n goed gevoel bij. Ach ja, als ik moest bijbetalen dan is het zo hé. Zolang ik maar veilig thuis kom!

Ik ging heel laat slapen. Het was toch nog superlawaaierig… maar ik kon écht niet slapen van het gekriebel over m’n lijf van de bedwantsen (sowieso, was echt een vieze hotelkamer met veel schimmel en vocht) en had last van m’n longen door te veel stof en vocht in de kamer. Dus na zo’n 2 of 3 uurtjes slaap werd ik wakker. Ik at m’n laatste ontbijtje en de taxi bracht me naar de luchthaven.

Nu werd het heel spannend. Ik stond eerst in de verkeerde check-inrij. Dus daar had ik al wat tijd mee verloren. Daarna in de juiste rij. Het was mijn beurt. Koffer woog 34kg! Dit lieten ze niet zomaar gebeuren. Mijn eerste reactie was niet meteen defensie, maar Bharat bellen. Dat is wat hij zei. Hij werkt namelijk bij de luchthaven en kon helpen in noodgevallen. Maar de man aan de balie zei dat ik eerst even moest luisteren. Hij eiste dat ik 2kg uit m’n koffer zou halen. Oké, kalm blijven… was wel moeilijk na zo weinig slaap en zo veel tijdsdruk (’t was echt al laat)! Ik probeerde wat spullen in m’n handbagage te proppen en enkele dingen er nog uit te halen. 2de poging, nog steeds te zwaar… ze hielpen me met een aantal dingen te wisselen uit m’n handbagage. Tot dan kon ik nog kalm blijven, maar plots haalden ze er een vrouw bij die zei dat ze hier echt geen tijd voor had, want ze moest naar de boarding gate! Nu geraakte ik echt in paniek en ik begon plots te huilen. Ik brak… ik wou gewoon naar huis! Ik was het echt beu… geef me ruuuuuuuust.

Dus de mannen stonden er hulpeloos bij en volgens mij heeft dit toch wel geholpen… de emotionele kant van de vrouw kan wel eens handig zijn :D ze lieten me uiteindelijk door en probeerden me terug aan het lachen te maken met wat grapjes. Maar het was nog niet gedaan… ik was nog vergeten iets aan m’n handbagage te kleven, dus ik kon weer terug. Daarna de volgende controle, maar eerst een formulier invullen… dan door de douane geraakt… nog even door de handbagagecontrole… gelukkig verliep dit probleemloos! Snel gelopen voor de boarding gate die al even open was. Maar blijkbaar niet… ze waren wat later. Gelukkig! Dan kon ik op z’n minst even tot rust komen.

Na een tijdje eindelijk op het vliegtuig. Ik nam afscheid in gedachten. Kathmandu zou ik echt niet missen! Maar ik kijk er al naar uit om terug te komen en meer van het land te zien. Echt een raar gevoel… 6 weken heb ik hier gezeten. Maar het lijken wel maaaaanden. De hoogtepunten waren voor mij vooral het lesgeven in het vrouwencentrum, de kledij en schoenen aan de kinderen van het weeshuis schenken, Pokhara en de Poon Hill Trekking met de Himalaya!

Ik heb hier ook enorm veel geleerd over mezelf en veel inzichten gekregen, waaronder: wow, ik hou van lesgeven aan oudere mensen! En: wow ik kan gewoon alleen reizen! I want more! Ja hoor, dit is nog maar het begin :) Ik heb al veel toekomstplannen wat reizen betreft… Maar eerst veilig thuis komen en een job zoeken.

Op het vliegtuig zat ik naast een Nepalese jongeman die voor een jaar naar Israël gaat om daar een opleiding te volgen. Hij heeft zo al een paar opleidingen gevolgd, omdat hij zijn land graag wil helpen op verschillende manieren. Echt een jongen met een gouden hart. Hij heeft al veel meegemaakt. Hij heeft bijvoorbeeld veel dierbaren verloren door de aardbeving vorig jaar.

Ik las ook de Nepalese krant. Hierin las ik over een busongeluk met 19 doden! Dat was het ongeluk waar we gisteren voorbij reden in die scheurende bus naar Pokhara! Die bus was dus door te roekeloos rijden tegen de muur gereden, controle verloren en naar beneden in de rivier gestort. Bijna iedereen dood! Het kon evengoed onze bus geweest zijn! Man, ik heb echt zo veel geluk gehad, echt waar. ik ben zo dankbaar hiervoor.

In ieder geval, ik zit nu op het vliegtuig naar Brussel en ik kan niet wachten om iedereen weer te knuffelen en te zien. Bereid jullie maar al voor op m’n Nepaliparty :D Dit is een van de redenen waarom mijn koffer dus zo zwaar was… door de Nepalese provisie. Kuch kuch.

Namaste