A time out

20 september 2016

19 september

Kijk eens aan, nog 9 dagen te gaan. Ineens kan ik zeggen: volgende week ga ik naar huis. Dit is misschien wel m’n laatste blogbericht voor ik terug kom, want ik weet niet hoe het zit met internet in de komende verblijfplaatsen.
Er is de afgelopen dagen niet zo veel meer gebeurd. Enkel even een time out die ik nodig had na een bezoekje in het ziekenhuis.
Vorige week woensdag was het Children’s Day (ja, alweer een feestdag). Dan hebben de kinderen een hele dag geen les en moeten de leerkrachten dansen e.d. Ik had speciaal een taartje met tekst laten maken bij de bakkerij, als verrassing. Ik haalde de taart op, samen met de jurken die op maat gemaakt waren bij de kleermaker. Met deze geschenken kwam ik aan in het weeshuis. Zoals bij veel dingen verwachtte ik de Nepalese reactie hierop niet… ze stonden er met 3: Didi, Subista en Kumar. Niemand wou de zak met de taart aannemen. Ze vroegen enkel: Why you do that?
Ik legde uit dat we in onze cultuur vaak een feest vieren door taart of cake te eten. Uiteindelijk namen ze het toch aan. Daarna vroeg Didi of er eieren in zaten. Blijkbaar waren ze al 10 dagen aan het vasten (geen dierlijke producten) en morgen was het de laatste dag. Dus hopelijk was de taart nog goed tegen vrijdag. Ja, kon ik niet weten hé… Dus alweer een totaal andere reactie dan ik had verwacht.
Ik ging na het weeshuis nog even mee met Didi en Subista naar een ‘Ohm Shanti’-centrum. Hier komen enkel vrouwen (vooral bewust alleenstaande en ongetrouwde) dagelijks naartoe om te bidden, mediteren en hun religie te bespreken. Het was een klein kamertje vol met posters aan de muur. Subista legde elke poster heel goed uit. Het komt er vooral op neer dat ze in Nepal alle religies aanvaarden en alle goden als 1 zien: Jezus, Boeddha, Shiva… En dat je door goede dingen te doen en te zijn (eerlijkheid, puurheid, geduld…) en slechte dingen te verbranden (seks, hebzucht, egoïsme…) dat je ziel dan naar de hemel zal gaan in het hiernamaals.
Die dag gaf Bharat me ook een complimentje. Een van de vrouwen van het vrouwencentrum zei tegen hem dat ze nog nooit zo’n goede leerkracht hebben gehad en dat hun Engels door mij echt verbeterd is. Dat was nu echt hemels om te horen, zeg! Wauw.
Ik kreeg ook nog een complimentje van Subista. Ik had haar trouwens stiekem een mooie broek gegeven die ik zelf niet wou dragen. Het waren toevallig haar lievelingskleuren en ze gaf eens een keer aan dat het wel een leuke broek was. Ze was hier heel blij mee. Ze zei dat alles wat ik heb gedaan een grote hulp was.
De volgende dag was het weer vrijaf door Indra Jatra (= dag waarop Kumari voor één keer in het jaar naar buiten komt). Dit festival werd gevierd in Kathmandu, Durbar Square. Kabita vertelde ons dat we goed op tijd moesten komen, want het zou enorm druk worden. Dus we (Aniek en Dieneke  Nederlandse vrijwilligsters voor VSN, Aniek logeert ook bij hetzelfde gastgezin) gingen er al tegen 10u naartoe. Er was nog niet veel volk. Er werd ons verteld dat het pas om 15u begon. Dus hielden we ons een beetje bezig door wat rond te wandelen in de straatjes van Kathmandu. Ik voelde me plots enorm slapjes naar de middag toe. We lunchten wat in Himalayan Java Coffee. Maar het werd er echt niet beter op. Ik begon me slechter en slechter te voelen. Toch probeerde ik me sterk te houden, omdat ik dit festival echt niet wou missen. Als het echt niet zou gaan, dan zou ik de taxi wel naar huis nemen. Maar ik wou het op zijn minst toch proberen. Wonder boven wonder ebde het slechte gevoel wat weg. We zetten onszelf om 14u bij een tempel en zagen het volk met de minuut vermeerderen. Na een uur stond heel het plein vol. Intussen waren er shows van muzikanten, dansende goden… heel knap om te zien! Om 16u was Kumari er nog steeds niet. We hadden wel even een glimp opgevangen in de verte toen ze om 15u uit Kumari Ghar een kant op ging in haar speciale draagstoel. Maar het duurde nu toch echt wel lang. Het was 16u30, m’n benen deden veel pijn en ik begon me weer niet goed te voelen. Iets voor 17u besloot ik om te vertrekken. Dus ik zocht m’n weg door de massa. Net dan kwam Kumari er eindelijk aan. Ik heb ze van heel dichtbij kunnen bekijken. Heel speciaal om dit mee te maken, zeker om te zien hoe de Nepalezen uit hun dak gaan om een oranje bloemetje op te vangen… het deed me zo hard denken aan de snoepjes die de Zwarte Pieten met Sinterklaas in het publiek gooien, of een roos die Bart Peeters in het publiek zou gooien 
Helaas heb ik geen bloemetje kunnen vangen… Maar ik heb er daarentegen wel hard van genoten. Toen ik een tijdje op Aniek en Dieneke wachtte om terug naar huis te gaan, ontmoette ik een heel vriendelijke jongeman: Suman. Hij vertelde me in het kort veel over zijn thuisdorp in de bergen en over het boeddhisme daar. Heel interessant gesprekje…
Oh ja, intussen was er weer een Nederlandse vrijwilligster gearriveerd: Sarah. Ze blijft hier 3 maanden. Ze is 18 jaar. Echt zo bewonderenswaardig!
De volgende ochtend bracht ik Laksmi weer weg naar school (deze keer via een rustig weggetje dat ik deze week eindelijk heb ontdekt…wel heel laat, net zoals het kopen van een maskertje, maar beter laat dan nooit zoals het cliché gezegde klinkt), les in het vrouwencentrum (weer superplezant en leerrijk) en achteraf weer Laksmi halen en de kinderen helpen met hun huiswerk (examen in zicht). Maar het ging sinds de middag weer slecht. Ik draaide enorm hard in m’n hoofd en had veel hoofdpijn. Ik kon mezelf met moeite recht houden. Toch bleef ik gaan… maar ik moest me sterk houden toen ik met Laksmi naar het weeshuis liep. Toen ik er binnen weer voor Piet Snot zat en wel lekker eten kreeg (zelfgemaakte samosa hmmmm)… dacht ik om toch maar best naar huis te gaan. Ik had ook helemaal geen honger, maar heb toch 1 samosa opgekregen. Net toen ik met een beetje schuldgevoel zei dat ik beter naar huis kon gaan omdat ik me niet zo goed voelde (en ook omdat ik niet echt van nut was, behalve om volgepropt te worden), begon ik zo hard te draaien dat ik echt moest gaan zitten. Daarna kreeg ik een oncontroleerbare huilbui.
Ze legden me even in bed en gaven me een glaasje suikerwater. Subista legde een dekentje over me heen. Ik bleef maar huilen. Ik vond het echt beschamend. Ik wou niet dat ze me zo zagen, maar ik kon er echt niets aan doen. Didi belde meteen naar Bishal van VSN. Hij kwam na enkele minuten aan met een appelsapje en wat zoutoplossing. Hij zei dat als het echt niet ging, dat ik naar het ziekenhuis moest gaan. Ze zetten me thuis af. Ik probeerde te rusten in het harde bed, maar het werd er echt niet beter op… ik kreeg ook ’s avonds geen hap binnen en Kabita had net lekkere pakoda’s gemaakt  Omdat ik me niet te veel zorgen wou maken over wat ik nu exact zou hebben, leek het me een slim idee om toch maar naar het ziekenhuis te gaan. Er werd meteen een busje geregeld. Sarah stelde voor om mee te komen. Echt superlief. Daarna reden we naar een privéziekenhuis (voor toeristen) in Thamel.
Eerst moest ik een hele vragenlijst invullen. Daarna nog heel wat vragen beantwoorden bij een van de verpleegsters. Daarna nam een andere verpleegster m’n bloed en stak een infuus. Maar waaaaaaaatttttttt???????!! Dat was afzien. Het duurde zo lang voor ze het infuus in m’n ader kreeg. Het deed zoveel pijn. Daarna was het voorbij en wachtte ik samen met Sarah op de dokter. Toen ze binnen kwam, zag ik al meteen dat ze er geen zin in had. Tijdens haar vragen geeuwde ze en keek continu naar de klok. Je kon haar echt zien denken: ‘Allé, weeral een toerist die denkt dat er iets scheelt.’ Ze namen m’n bloeddruk (die was een tikkeltje te hoog, terwijl ik dacht dat die superlaag was… zo voelde ik me toch al een paar dagen), testten m’n bloed en urine. Blijkbaar was alles in orde. De dokter vroeg nog wat door over m’n rust en slaap e.d. Het kwam er op neer dat ik waarschijnlijk oververmoeid ben. De dokter raadde aan om een paar dagen niet te veel te doen en Ibuprofen te nemen. Ik besefte plots ook wel dat ik veel doe. Het lijkt niet veel, maar uiteindelijk zijn het zoveel indrukken die elke dag op me af komen:
- Het wegbrengen van Laksmi (op de heen-en terugweg word ik overal aangestaard… vriendelijk, maar ook vaak onvriendelijk)
- Naar het vrouwencentrum (op de heen-en terugweg word ik weer overal aangestaard…vriendelijk, maar ook vaak onvriendelijk)
- Lesgeven in een minilokaaltje, enorm warm, veel zweten… maar dit werk vind ik suuuuuuuuperleuk, dus dat pakken we er maar bij
- Gaan lunchen (vooral in AFC, mijn favoriet restaurantje)  hier kennen ze me intussen ook al, en beginnen ook al een praatje te maken of me alleen maar toe te lachen
- Het gaan halen van Laksmi en helpen in het weeshuis (op de heen- en terugweg word ik alweer overal aangestaard…ik kijk gewoon niet meer of ze vriendelijk of onvriendelijk kijken… ik kijk alleen maar voor me om te zien of ik niet omver gereden word door een motor)
- In het weeshuis voel ik me vaak nutteloos… ze hebben m’n hulp bijna nooit nodig… en als ze er dan zitten, dan zijn ze me vooral aan het uitvragen over m’n land of over wat ik nog allemaal ga doen in Nepal (voel me dan altijd schuldig, want ze willen al heel hun leven naar Pokhara)… en uiteraard word ik alleen maar volgepropt met eten
- De mannen die hier vlak onder mijn kamer een meubelzaak hebben en ook wonen, leggen 6 keer per dag hun werk neer om even naar mij te staren tot ik niet meer te zien ben…en ook om me soms te achtervolgen of ook weer vragen te stellen: where are you going? How are you?
Soms staat 1 van die jongetjes plots naast mij om gewoon enkel te staren…
- Ik kwam af en toe eens in dezelfde winkel om bier e.d. te kopen, ook hier kenden ze m’n gezicht… als ik me eens enkele dagen niet vertoonde, bekeken ze me vies en vragen dan waar ik al die dagen was…
- Ze zijn hier al sinds ik hier woon (3 weken) vlak voor de deur de weg aan het verbouwen… maakt van ’s ochtends heel vroeg tot ’s avonds laat (ja, zelfs in het donker werken ze hier gewoon verder) superveel lawaai! En ik slaap natuurlijk net aan de straatkant… ook de meubelmakers vlak onder mij maken ook veel lawaai.
- De warmte mag ik ook niet vergeten… dat heeft ook een grote impact op het lichaam… en blijkbaar dronk ik niet genoeg…elke dag anderhalve liter. De dokter zei dat ik zéker 3 liter moet drinken. Vandaar mijn uitgedroogde lippen de laatste 2 dagen…

Met andere woorden: AAAAAAAAAAAAAARGHHHHHHHHHHH, geen ruuuuuuuuusssstttt!!!!!! Nergens!!!!!!! Het weegt nu pas na 3 weken echt door…
Mijn energie die ik in Dollu had opgeladen was al meteen op.
Dus daarom dat ik denk ik zo ‘mentaal’ instortte. Ik ga altijd veel te hard op in alles. Ik wil altijd alles goed doen. Maar ik mag niet onderschatten dat het al heel wat is om in een totaal ander land te zitten en dan nog eens te werken? Nee, ik ben niet naar Nepal gegaan voor vakantie, maar vooral om hier te helpen en te werken. Meteen na dit voorval kreeg ik zoveel inzichten. O.a.:

- 6 weken in hetzelfde land is nog steeds te lang (dan beginnen mensen zich aan je te hechten)
- Als ik op reis ga, wil ik ervan genieten, ontspannen en het werk voor in België laten

Om nog even het ziekenhuisverhaal af te maken… Het was een hele opluchting om te horen dat er niets mis was met m’n bloed enzo. Ze zouden enkel nog het resultaat van m’n schildklier maandag laten weten. Ik voelde me echt gerustgesteld. Tot de verpleegster zei dat m’n infuus er nog uit moest. Oh ja, juist… Waaaaaaaaaatttttt?????!! Ik dacht dat het erin steken al het ergste was, maar nee hoor… deze keer viel ik bijna echt flauw. Het voelde echt alsof het een verkeerde ader was ofzo… toen ze het eruit trok, voelde ik het bloed uit het gaatje vloeien. Jaikes! De verpleegster bleef heel droogjes: You’re so scared of me?
Goed dat ik nog even bleef liggen. Mijn enige happy thought die in me opkwam op die moment was: chocolade!!!!! Dus ik nam me voor om na dit bezoekje van 3u lang (valt nog mee hé) chocolade te kopen.

Ik heb al een paar keer bloed laten trekken en elke keer ging dit zonder problemen of pijn, maar deze keer was het toch echt geen lachtertje.
M’n pols was enorm opgezwollen… ik vond het verontrustend. De verpleegsters zijn altijd zo snel weg! Ik moest ze gaan zoeken om te vragen of het normaal was. Ik was zo van streek, dat ik koude handen en blauwe nagels had gekregen. De verpleegsters zeiden met een beetje paniek in hun stem: Why are your nails so blue??
Daarna meteen m’n vingers aan een apparaat.. ik begon ook weer te panikeren en moest weer gaan liggen. Man man, wat was dat toch allemaal…
Toen ik weer helemaal kalm was, betaalde ik… deze keer moest ik niet weer gaan liggen. De prijs viel best nog wel mee. En die avond was ik weer helemaal blij met m’n chocolade die ik al lang niet meer geproefd had. Toch miste ik de lekkere Belgische chocolade een beetje :)

Het waren 2 donkere dagen (vrijdag en zaterdag). Ik wou zaterdag niemand zien of spreken buiten dit huis, dus bleef ik heel de dag binnen in m’n bed… dit was goed voor 1 keer, want ik kwam nog steeds niet tot rust hoor, met al dat geklop hier buiten. En rarara… er was weeral een festival… het ‘meubelfestival’. Ze vinden hier echt voor alles een feestdag! Hehe.

Zondag besloot ik om even buiten te lunchen, ook al was ik nog steeds heel draaierig. Ik at ook nog eens vlees (was lang geleden) en ik voelde me meteen hierna stukken beter! De kip in de ‘thukpa’ heeft me genezen denk ik. Of misschien het vitaminepilletje van Aniek?

Met Sarah ging het ook niet goed…haar maag en darmen moesten zich nog goed aanpassen aan het eten hier. Met Aniek ging het ook niet altijd even goed… heel vreemd allemaal.
Kabita begon zich heel schuldig te voelen, want ze dacht dat het aan haar eten lag. Totaal niet! Ik ga haar kookkunsten zelfs superhard missen!

Hoe dan ook, ik besloot na vrijdag om meteen te stoppen met het weeshuis en alleen nog op maandag naar het vrouwencentrum te komen voor onze afscheidsdag.

Dus vandaag, maandag, gingen Aniek, Rabina (leerkracht van het vrouwencentrum) en ik eerst momo’s bestellen bij AFC. Daarna nog enkele inkoopjes voor het eten tijdens de film. Aniek en ik hadden wat centjes gedoneerd voor het eten vandaag en voor nieuwe meubels in het toekomstige, grotere gebouw van het vrouwencentrum. Het duurde een tijdje voor de projector was geïnstalleerd, maar na 45 minuten konden we eindelijk van de film genieten. Een supergoede, educatieve Hindifilm: ‘English Vinglish’. Echt een knap verhaal met een sterke moraal! Tijdens de film verwenden we de vrouwen met momo’s, yoghurt en bittelrice, nimki, zoetigheden… Het was best wel meer dan we dachten. De vrouwen waren heel tevreden en dankbaar.
Ik wou meteen na de film naar het weeshuis en dan naar huis. Ik wou niet een emotioneel gedoe met alle vrouwen, want dat kon ik nu even niet aan. Uiteindelijk moesten Aniek en ik dan toch gaan zitten op een stoel. Alle vrouwen stonden rond ons heen. We werden in de bloemetjes gezet! (het was nog niet Anieks laatste dag, maar kom :D)… ze gaven een tika op m’n voorhoofd, een oranje sjaal rond m’n nek en cadeautjes (een babyboeddhabeeldje en een neproos) en daarna kwamen alle vrouwen één voor één een rode bloem geven en 2 knuffels. Er wordt dan toch geknuffeld! Joepieeeee…. Ik besefte in Nepal ook hoe graag ik mensen knuffel… dat heb ik echt wel gemist.
En ja, daar was het dan hé…de traantjes… echt een raar gevoel dat dit mijn laatste dag is. De vrouwen die maar bleven zeggen: good teadcher, good teacher! Echt zalig 
Een mooi afscheid… MAAR ik kom sowieso terug volgend jaar of het jaar erop en dan ga ik hen absoluut bezoeken!!

Daarna ben ik nog even kort langs het weeshuis gegaan om nog de laatste centjes te doneren. Ik heb in totaal meer dan 20 000 rupees aan hen gedoneerd. Normaal gezien zou ik ook bij hen dineren vanavond, maar ik heb het afgezegd… ik voel me echt niet helemaal goed als ik er zou eten… dan vragen ze me weer uit en heb ik weer geen rust in m’n hoofd. Dus ik heb het heel kort en krachtig gehouden. Didi wou toch nog iets geven en gaf snel een rood parelarmbandje. Zo lief. Ik heb nu geen afscheid van de kinderen genomen, want ze zaten nog op school… maar soms moet je geen afscheid nemen. Zeker niet als je elkaar nog zult zien in de toekomst 

Ziezo, hier zit ik dan. De laatste keer in dit kamertje vol straatlawaai. Straks m’n laatste nacht hier tegemoet. En morgenvroeg vertrek ik heel vroeg naar Thamel om daar de bus naar Pokhara te nemen samen met een gids. Ze zeggen dat het wel 4 tot 7 uur kan duren. Maar het is ook de moeite waard, want Pokhara schijnt prachtig en rustgevend te zijn. Ik ben al heel benieuwd en hoop daar weer rust te vinden. Ik hoop ook terug mijn sterke zelf te zijn tegen dat ik de Poon Hill trekking ga doen (donderdag tot maandag). En ik hoop nog het hardste van al dat ik van alles nog kan genieten en dat ik geen hoogteziekte ga krijgen. Zou heel jammer zijn, want ik keek maanden uit naar de trekking in de bergen! We zullen zien wat m’n lichaam zegt. De resultaten van m’n schildklier waren trouwens ook normaal. Dus dat is ook al fijn om te horen.

Ik weet niet of ik hierna nog ga schrijven. Zo niet, dan hoor je alles wel op m’n Nepalifeestje dat ik volgende week (1 of 2 oktober) of de week erop (8 of 9 oktober) zal geven. Dan worden jullie allemaal ondergedompeld in de Nepalese cultuur! Jaja, ik heb hier ook momo’s, masala thee en nog veel meer leren maken :)

Ik kijk er al naar uit om iedereen terug te zien en te knuffelen. Maar eerst: genieten van Pokhara en Poon Hill. En nog een laatste diner bij m’n geweldige gastgezin die ik absoluut ga bezoeken als ik terug naar Nepal ga. Zalige mensen!
Weetjes:
- In Nepalistijl eten = eerst eten (in stilte), dan praten
- Yozana kon het lied ‘Smelly cat’ al na 1 dag helemaal spelen. Niiice!

1 Reactie

  1. Nancy Indeherberg:
    22 september 2016
    Dag mijn lieve dochter,die momenteel in Poon Hill van de bergen en de natuur aan het genieten is. Ik hoop dat je nu werkelijk van de rust daar geniet. Dat je gezondheid je geen parten speelt en je de hele trekking kan beleven. Je laatste blog zal dan zeker over je avontuur van Poon Hill gaan en ik kijk uit naar je avontuur verhalen. De volgende keer dat je naar Nepal gaat ga je Tibet en de Himalaya bezoeken dat weet ik zeker. Liefs je Mama die je mist *-*