Boeddhisme vs. Hindoeïsme

13 september 2016

Jaja, het is al lang geleden, ik weet het. Om eerlijk te zijn had ik er even geen zin in :D Maar nu weer wel.

Dus, er is uiteraard weer enorm veel gebeurd. Ik zal proberen in een notendop te vertellen wat allemaal…

Op 1 september heb ik Nepalese vaderdag ervaren. Ze vieren het hier zo uitgebreid, echt geweldig. Onze Belgische vaders en moeders verdienen ook zoveel aandacht :) Het is, zoals bij alle feestdagen hier, een familiegelegenheid. Alle vaders zegenen hun kinderen en alle kinderen zegenen hun vader met een tika. Daarna komt er weer lekker en veel eten en een grote kan zelfgemaakte rakshi bij kijken. Wat was me dat voor stevig spul! Het was heel fijn. Ook ik werd gezegend. Ze betrekken me hier echt heel hard bij alles.

Dat weekend ben ik ook naar Bhaktapur geweest. Het was echt een totaal andere plek dan de andere steden die ik gezien heb. Het was er heel rustig, gezellig en middeleeuws. Ook hier heb ik veel tempels gezien, maar ben ook weer nergens binnen gegaan. Hier was de schade van de aardbeving best wel groot. Je zag hier en daar ineengestorte huizen, veel brokstukken en historische, knappe tempels die gewoon van de bodem verdwenen zijn. Als je in Bhaktapur bent, moet je zeker de wereldberoemde ‘King curd’ gegeten hebben. Dit is echt de lekkerste, romigste, dikste buffelmelkyoghurt die ik ooit gegeten heb! Ik heb ook het pottenbakkerijveld gezien. Het was zo cool om heel oude Nepalese mannen potten te zien maken, wauw! Zo bewonderenswaardig.

Het was ook feestweekend: Happy Teej (vrouwenfestival). Voor deze gelegenheid droeg ik mijn rode sari. Het was niet eenvoudig om dit aan te krijgen. Hier heb je best wel hulp bij nodig. Ik kreeg rode lippenstift op mijn lippen gesmeerd en rode nagellak op mijn nagels. De henna en armbanden had ik al. Ik kreeg ook een rode tika, een rode roos in m’n haar en een blinkende halsketting rond m’n nek. Kortom, dit was een Ilona die ik niet echt kende. Helemaal ingepakt als een echte vrouw :D Dit is ook een van de weinige keren dat het zal gebeuren, want ik hou echt niet van al die versieringen en lippenstift (bweik). Iedereen moest in het rood gekleed zijn, omdat dit de kleur van geluk is.

Het begon allemaal in het vrouwencentrum: dansen, veel eten en ‘Mountain Dew’ (zeer graag gedronken Nepalese frisdrank) drinken en nog meer dansen. Hier forceerden ze ook nog wat meer armbanden rond mijn polsen. Echt alles is mogelijk in Nepal!! Ik zei heel de tijd dat mijn polsen te breed waren voor die ieniemienie armbandjes… Maar wat doen de vrouwen? Ze grijpen mijn arm, forceren het er rond en voilà…ze zaten er rond zonder te breken! En jaja hoor, ik kreeg ze ook weer terug uit.

Aangezien het feestweekend was, gingen we (Kylie, Carmen, Naomi en een Taiwanese vrijwilligster: Florence) die avond naar Thamel om nog eens Westers te eten (pizza à maar hij sloeg wat tegen). Hier besloten we om eens iets helemaal anders te doen: eerst dessert, dan hoofdgerecht. Moet kunnen hé. Daarna gingen we naar Buddha bar. Hier kreeg ik weer danskriebels. Het was ook totaal andere muziek dan het Nepalese hoge en schelle gezang ondersteund door trommels, bellen, tamboerijnen… Het was een beetje donker, dus ik durfde het aan om helemaal alleen te dansen op de dansvloer. Natuurlijk kreeg ik niemand mee aan het dansen en werd ik alleen maar aangestaard door heel Buddha bar. Het was eventjes leuk tot ik besefte dat ik lang werd aangestaard door iedereen. Ik was zelfs nog helemaal nuchter, knap hé :) Daarna pas dronk ik een fles ‘Gorkha’bier. Ik was vergeten dat als je hier bier bestelt, dat het dan flessen van 650 ml zijn! Helemaal opgedronken… en oh, typisch iets voor mij… ik had zin in iets helemaal anders en dan doe ik het ook: Masala thee. Ja, bier en melk, goed bezig… ik heb het die nacht mogen ondervinden boven een emmer en het toilet. Dat waren even mijn beste vrienden. Toch heb ik niet kunnen overgeven, vreemd genoeg. Dus ik voelde me heel brak de volgende dag.

Toen was het weeral dansen, eten, dansen, eten… en liefst zoveel mogelijk eten, want de dag erna was het vasten (enkel leven op fruit en groenten). Arm maagje… Er kwam ook die dag een nieuwe vrijwilliger uit Nederland: Ruud. Hij kwam nog maar net uit het vliegtuig en hij werd al in het gedans en gefeest gesmeten. Het was best wel leuk om tussen al die dansende Nepalese vrouwen en Nederlandse, Belgische en Nieuw-Zeelandse vrijwilligers te dansen. Maar… aan alle mooie dingen komt een einde, want ik was het na een paar uur echt beu, al dat gedans. Er waren momenten dat ze me op de dansvloer trokken en me dan alleen achter lieten. Alle mannen en vrouwen die naar me staarden hoe ik danste… vreemd gevoel hoor. Het was toen ook dat ik tot achter het muurtje moonwalkte tot ze me niet meer zagen :D zo kon ik even ontsnappen.

Omdat ik de volgende dag aan het dansen wou ontsnappen, besloot ik met Kylie naar Bodanath te gaan. Hier proefde ik mijn eerste (en waarschijnlijk ook laatste) Tibetaanse boterthee in een Tibetaans restaurantje. Wat een zoute smaak was me dat zeg! Gelukkig maakten de echte Tibetaanse momo’s het goed. Ik besloot trouwens niet te vasten die dag. Ik ben dan ook geen hindoe hé. Daarna gingen we te voet naar Pashupatinath (een Hindoestaanse tempel waar alleen maar Hindoes binnen mogen. Hoe discriminerend!) Onderweg ontsnapten we dan toch niet aan het gedans, zucht… overal op straat waren er groepjes vrouwen in het rood aan het dansen en sleurden ze ons mee. Joepieeee, 2 blanke vrouwen die dansen, laten we er naar staren… oké, dit was voor mij écht de laatste keer, want was het nu echt wel beu!

Uiteindelijk zagen we in Pashupatinath niets anders dan een kilometerslange roodgekleurde rij vrouwen aanschuiven om hun offers te brengen in de tempel: fruit, bloemen, rijst, geld… En dat allemaal voor goed geluk voor zichzelf en hun echtgenoot. We zagen ook veel apen aan de kabels in de straat bengelen.

Als ik de hindoestaanse rituelen mee volg, voel ik me altijd zo’n indringer… Bovendien ben ik helemaal niet naar hier gekomen voor het hindoeïsme, maar voor het BOEDDHISME!! Hetgeen ik na 2,5 week nog niet had ervaren… Dit kreeg nog een staartje.

Vooral door Ruud kreeg ik inzichten. Hij was hier nog maar een dag en wist al heel goed wat hij wou: rust, natuur, kloosters en boeddhisten. Hij zou ook naar Bodanath gaan, maar nadat ik vertelde dat het ook daar even druk is als hier, besloot hij meteen om aan VSN om raad te vragen. De 2de dag wist hij al dat hij naar de verre bergen zou gaan: Solukhumbu. Daar zou hij bij een boeddhistisch gastgezin in de jungle terecht komen. Maar eerst moest hij 12u met een jeep rijden. Stiekem voelde ik een beetje een verlangen om ook naar daar te gaan… ik besefte plots dat ik eigenlijk daarvoor naar hier ben gekomen. Maar helaas was het te laat om daar ook nog naartoe te gaan. Ik nam me voor om in de toekomst zeker terug naar Nepal te komen en dan die streken op te zoeken en ook geen vrijwilligerswerk te doen. Ik kom nu ook wel naar hier om vrijwilligerswerk te doen (wat nog steeds superplezant is, elke dag lachen met de vrouwen en hen op een rustig tempo Engels leren à vrouw: ‘piptypipe’… ik: ‘no no: FiFtyFiVe’…vrouw: ‘PiPtyPPPPPiPPPEEE’).

Dus Ruud ging na enkele introductiedagen zijn droom tegemoet. Ik ben heel blij dat hij er was, niet alleen voor de inzichten, maar ook omdat hij me op een nacht van de grond moest rapen, omdat ik me echt niet goed voelde (plots een eng gevoel in mijn linkerarm en heel draaierig…ik viel bijna flauw, geen idee wat het was…de luchtvervuiling die zijn tol eist misschien? Te weinig ijzer, omdat ik niet veel vlees eet hier?) en ook omdat hij me terug heeft leren jongleren met 3 ballen :D zo ontspannend!

Intussen ben ik ook een beetje meer van nut geweest in het weeshuis. De kinderen kennen me nu al meer en we praten nu ook veel meer over ditjes en datjes, we kijken eens een leuk filmpje... Ik help hen ook soms echt met hun huiswerk (vaak hebben ze m’n hulp echt niet nodig. Het zijn heel slimme kinderen). Maar ik ben nog meer van nut geweest door geld te doneren. Het was wel eerst vrijpostig. De kinderen vertelden spontaan over Children’s day volgende week. Dan moet je een nieuwe jurk of kostuum dragen. Ze keken met hun lieve oogjes naar mij en gingen ervan uit dat ik deze kledij met hen ging kopen. Wow, dit overviel me wel plots. Daarna zeiden Didi en de oudste zoon dat ze me niet willen forceren.

Ik ben ook naar hier gekomen om te helpen op eender welke manier, en als ik de kinderen kan blij maken met nieuwe kledij dan doe ik dat ook! Dus ik besloot om een flinke som te doneren en daarbovenop samen met hen kledij te kopen. Het geld dat ik thuis heb verzameld door de vrije bijdragen van familie en vrienden ga ik waarschijnlijk aan het vrouwencentrum doneren :)

Je moest echt zien hoe gelukkig de kinderen waren! Ik heb hen ook m’n Uno-spel gegeven, omdat ze het zo plezant vinden. Volgende week geef ik ook een paar kleren van mij weg, want ik vrees dat mijn koffer wat te zwaar zal zijn. Ooooh, het voelt zo goed om te helpen. Aanrader!

Maar vorige week ging het echt niet goed. Ik was het allemaal echt beu:

de drukte van deze straat (mijn kamer ligt aan de hoofdweg);

de constant toeterende vrachtwagens, bussen en taxi’s (ofwel als waarschuwing ofwel omdat ik een toerist ben);

de starende mensen (vooral als ik hier in het huis aankom, kijken alle werkmannen me altijd aan…iedereen hier kent me nu ook en vindt me wel heel vriendelijk, da’s wel een compliment); dezelfde vragen die de stoere kinderen me altijd stellen ‘where you from?’;

de VERVUILING (ik had allang een maskertje moeten kopen);

het hindoeïsme dat ik hier alleen maar zie (geen enkele boeddhist te bespeuren);

het eten waarmee ik word volgepropt (ik weet echt niet wat honger is in dit land hoor) à zelfs al zeg je 100 keer ‘nee’, toch scheppen ze eten op mijn bord en ik heb dan écht geen honger hé…ik word hier te hard verwend: een ontbijt dat uit 3 soorten koolhydraten bestaat, altijd koekjes, overal doen ze suiker in (omdat het anders te straf smaakt voor hen, maar NIET VOOR MIJ) Het eten is echt lekker en zalig, maar ik ben al blij met een kleine hoeveelheid, man man toch;

de zovele gasten die komen en gaan;

het weinige groen dat ik tot hiertoe gezien heb;

de weinige rust die ik ervaren heb (ben elke dag altijd druk heen en weer aan het wandelen e.d.)…

En ik dacht dat ik in Nepal tot rust zou komen. Maar ja, natuurlijk niet…als je in de hoofdstad woont, dan is het logisch dat je geen rust hebt hé. Dus volgende keer ga ik echt een plek in de natuur opzoeken.  

Gelukkig bleef mijn motivatie altijd het lesgeven in het vrouwencentrum. Dat is echt geweldig. I love it. Ik ben ook Yozana een beetje gitaar aan het leren. Da’s ook een relaxmomentje voor mij.

Toch had ik 1 dag vorige week dat het echt niet meer ging. Even geen happy happy happy me… Ik had nood aan rust, natuur, gezonde lucht, boeddhisme, kloosters, alleen zijn, weg van toeristen… Dus ik keek echt wel uit naar het weekendje Dollu en hoopte dat dit me goed zou doen.

Dit was ook net de dag dat Ruud was vertrokken en er nog geen uur later een nieuwe vrijwilliger uit Nederlands arriveerde: Aniek. Ik was hier totaal niet op voorbereid en ik was net niet in de mood om sociaal te zijn. Dus ik had achteraf wel spijt dat ik zo grumpy was. Gelukkig heeft ze heel veel begrip. We zijn ook maar mensen met gevoelens hé… Ze geeft ook les in het vrouwencentrum.

Afscheid van Kylie vorige week. Na 4 maanden Nepal is ze nu naar India vertrokken voor een tijdje. Ruud zou ook na Nepal naar India, Thailand… trekken. Deze mensen inspireren me enorm! Moest ik het kunnen, dan zou ik nu ook willen doorreizen, maar ik heb besloten om terug naar België te komen. Ik begin alles en iedereen nu toch wel een klein beetje te missen eigenlijk. Volgende keer ga ik waarschijnlijk wel doorreizen :) That’s the next step. Ik ben er klaar voor!

Vrijdag, 9 september. Klaar voor een weekendje Dollu. Ik werd in Thamel door een gids, Govinda, opgehaald. We namen de lokale bus naar de groene bergen. Het duurde ongeveer anderhalf uur. Daarna nog een heel steil stuk naar boven gewandeld. En we kwamen aan bij guesthouse ‘Solid rock’, helemaal afgelegen in de bergen en uitgebaat door een Deense man die hier al 7 of 9 jaar woont. Schattige bamboehuisjes. Blijkbaar was het een gloednieuwe plek die nog maar 5 maanden geleden geopend is. Ik was echt kapot, maar tevreden. Het geluid van stilte, veel verschillende vogels, krekels… de geur van groen en cannabisplanten (er werd ook cannabis gesmoord in het dorp). Ik was zooooooooooo blij!!!!! Even een dutje gedaan na m’n lunch van Gopal (de beste en vriendelijkste Nepalese kok die ik tot hiertoe heb ontmoet). Daarna even een korte wandeling in de buurt. Dat deed me echt goed. Ik leerde ook beetje bij beetje de gids kennen. We bezochten het eerste klooster. Eindelijk. Echt prachtig. In dit gebied zijn er echt superveel kloosters. Allemaal even mooi, kleurrijk, gigantisch en met even nieuwsgierige monniken. Ze zien niet alle dagen een meisje hé. En dan nog een blanke…

Ik besloot al meteen om een nacht extra te blijven! Twee nachten leek me net niet genoeg om m’n batterijen op te laden. Gelukkig was dit mogelijk.

Er bleven die nacht 10 andere toeristen (van verschillende nationaliteiten) slapen. Ze waren een film in verschillende Aziatische landen aan het opnemen. Cool! Maar, nooooo, weer andere toeristen… benieuwd hoe dat ging zijn. Ik ging redelijk vroeg slapen, maar dit lukte niet goed. Ik had mijn raam per ongeluk laten open staan en hoorde heel rare geluiden naast mijn raam. Dus heldhaftig als ik was, deed ik snel het raam dicht in het donker. Ze hebben het vliegenraam niet echt op maat gemaakt, dus dit ging niet op slot. Ik voelde me niet helemaal veilig, dus sliep ik niet zo goed. Zeker toen de toeristen redelijk laat en met veel kabaal arriveerden. En toen ik ontdekte dat er een Nederlands koppel naast me sliep en ik ALLES kon horen wat ze zeiden en deden, alsof het vlak naast mij was. Gelukkig bleven de toeristen enkel die nacht en was ik de volgende 2 nachten helemaal alleen.

Het was wel veel kouder en grijzer in de bergen. Er zaten ook enorm veel muggen en bloedzuigers. Jaikes… wat een vieze beesten zeg. Ze kruipen als een rups en tasten intussen met hun mond af naar bloed.

De volgende dag werd ik eens niet wakker met het geluid van gerochel en vrachtwagens, maar wel krekels en vogels. Ik zag na m’n ontbijt nog meer kloosters, een beetje natuur en het dorpje Pharping. Hier heb ik een verkoper heel blij gemaakt door enkele boeddhabeeldjes aan te schaffen en een Nepalese fluit: Bansuri. Ik ben er intussen al elke dag een beetje op aan het oefenen.

Die 2de nacht sliep ik al veel beter. We maakten de volgende ochtend een ceremonie mee. Ongelooflijk en onbeschrijflijk! De monniken zaten op een rij en reciteerden hun mantra’s in het Tibetaans. Ze vielen elkaar continu bij.

Het leek op een prachtig zangstuk met hun diepe, rustgevende, mediterende stemmen. Om te blijven focussen tijdens de meditatie speelden ze af een toe een redelijk chaotisch, maar toch knap muziekstuk op hoorns, schelptrompetten, gyalings, bekkens, dungchens… ik was zo dankbaar dat ik dit mocht bijwonen, want dat laten ze niet overal toe hoor. Toen ik bij de jongere monniken ging kijken, was het grappig om te zien hoe sommige monniken aan het indommelen waren tijdens het mediteren. Sommigen deden ook gewoon niet mee…

Het was echt een fantastisch, rustgevend weekend waarin al mijn wensen zijn uitgekomen. Ik ben zo blij dat ik eindelijk veel boeddhisme, een beetje natuur (zoveel hebben we niet gewandeld in de natuur, omdat het redelijk gevaarlijk en glas was) en kloosters heb mogen ervaren. Govinda was ook een heel goede gids. Je kon met hem over alles praten. Hij had altijd een wijs en ook grappig antwoord klaar. Dus maandag bereidde ik me voor op de komende drukke week die ik weer tegemoet ging. Gelukkig is het nog maar een week (tot 19 september) en daarna ga ik weer een beetje in de natuur zitten (Pokhara en Poon Hill). En op 28 september weer terug naar huis! Yiiiihaaaa…

Gisteren heb ik trouwens m’n centjes gedoneerd aan het weeshuis en waren we kleren en schoenen gaan kopen. Ze waren echt supergelukkig. De verjaardag van Kabita werd ook gevierd met veel eten, taart en Nepalese wijn (gelukkig geen gedans). Die Nepalese wijn was echt heel goed, maar ik ben een draaierig nachtje tegemoet gegaan.

Kabita propte me sinds mijn aankomst trouwens weer meteen vol met allerlei eten. Ze bekeek me gisteren toen ik terug kwam (ja, ik heb dit weekend gegeten wat en wanneer ik wou en vaak geen overdreven porties!!) van top tot teen en wou me volproppen met koekjes. Blijkbaar zie ik er te mager uit voor haar. Ze zei heel de tijd: ‘Eat more! Eat more cookies!’ Het is een heel lieve en grappige vrouw, maar ze is enooooooorm opdringerig. Maar zo zijn veel Nepalese, hindoeïstische vrouwen heb ik zo het idee.

Na dit weekend kan ik eindelijk veel vertellen over boeddhisme, maar dat krijg je te horen als ik terug ben :) Er zijn ook enorm veel verschillen met het hindoeïsme. Heel interessant om te zien.

Oeps, het is uiteindelijk geen notendop geworden.

Weetjes:

-          Nepalese slogan: ‘Daal bhaat gives power for 24 hours’

-          Manier van leren in een Nepalese school: alles kopiëren (alle vragen en antwoorden) en uit je hoofd leren à auwtch, pijnlijk om dit aan te zien als Europese leerkracht … en je krijgt het systeem er maar niet uit. Heb het opgegeven. De vrouwen in het centrum vinden het helemaal niet erg om alles over te schrijven.

-          Ze hebben hier ook broer- en zusdag

-          Mannen lopen hier hand in hand of zitten op elkaars schoot à vriendschappelijk bedoeld

1 Reactie

  1. Angelina:
    13 september 2016
    Hoi Ilona,

    Vanmorgen, het is hier erg heet op het moment, was ik aan het denken dat ik allang niets meer gehoord had.
    En ja hoor het vervolgverhaal was daar.
    Weer reuze leuk geschreven en interessant.
    Geniet er nog van zo lang het kan.

    Liefs

    Angelina