Gedicht: A view from my room in the evening
26 augustus 2016
Gedicht geschreven op 24 augustus:
A view from my room in the evening (toen nog in Bodanath)
De geluiden.
Ik luister.
Een belletje dat rinkelt.
Precies van een fiets.
Iets dat je hier niet veel ziet.
De koerende duiven.
Het gesis van de stoofpot
Voor rijst,
Het heilige maal.
De luid kirrende kinderen
En zware stemmen van vaders
In een taal die ik amper begrijp
Het getoeter van de vele auto’s
Die het stof doen opwaaien
Zeker nu het minder regent
De opdringerigheid van alle chauffeurs
De luide motors die je in groten getale ziet,
Want dat is zoveel goedkoper
Huilende en hysterische baby’s
En oh… al even geen hondengeblaf?
Wacht…daar begint er één
De rest volgt
De opkomende krekeltjes
Spelende kinderen
Blij met het weinige dat ze hebben
Wachtend op hun voedsel
Het wordt donker
Heel snel
Van grijs naar blauw naar donker
Met een streepje roos door het donker heen
Wat ik zie.
De donkere lucht die over Bodanath valt
De donkere, grote wolk boven één van de heuvels
Van de Kathmanduvallei in de verte
Lijkt net omhuld door mist
De wapperende gebedsvlaggetje op alle daken
Er is amper wind
Het lijkt een sloppenwijk,
Maar het valt nog mee
Een vervelende vlieg of mug die net binnen is gevlogen
Verdorie
Dat wordt weer afzien vannacht
Ik zie niet veel bij het licht van dit zaklampje
Weer een power cut
Ze duren zo lang
Ik ruik
Vooral de geur van de wierook
Hier in huis
Om de Boeddha te eren
Ruikt niet slecht,
Wel sterk
Een klein vleugje rotte pis
Van het toilet naast mijn kamer
En ook wel uit mijn raam
Dat ik beter nu maar kan sluiten
De geur van m’n geurkaarsje van thuis
Dat ik zo dadelijk zal aansteken
Van de avond die in Nepal valt.
Ik voel…
Veel rugpijn van de harde matras
En het gebrek aan een goede leuning
In dit sobere kamertje
Nog geen gemis,
Wat komt dat is
Het is even wennen,
Soms wel wat frustratie,
Maar dat komt goed
Ik voel me terug wat wakker
Door de douche met het straaltje dunne, koude water
Elke dag stink en plak ik,
M’n kleren moeten in de was.
Uitstellen… morgen! Echt!
Een maag die vreemd genoeg nog niet knort.
Al zes uur geen eten.
Voel me toch ook wel wat raar.
Omringd door vreemden
Die jou niets vreemde ontvangen
Een vreemde omgeving waarin ik verdwaal
Beseffend wat een luxe wij hebben in de Eurolandjes
Zoveel gedachten door m’n hoofd
Oh… ik hoor hevig vechtende katten.
Die zie je hier niet veel.
Het is even wennen,
Maar dat komt goed
Gewoon kalm blijven
En doen wat moet.
Ik ga hier niets veranderen,
Dat is de bedoeling niet
Enkele misschien iets in mezelf.
M’n maag begint plots wel te knorren
Nu de geur van rijst m’n kamer bereikt.
Zal ik het deze keer op krijgen
Zonder buikpijn?
En wat zal ik dan weer doen na het eten…
Met een power cut
We zien wel wat komt
Van dag tot dag, uur tot uur
Ik probeer te genieten
Vaak lukt het wel
Kan nog steeds niet geloven dat ik hier ben!